- De leerling is in staat om een ingeschreven en omgeschreven cirkel in Geogebra te construeren.
- De leerling is in staat om het middelpunt van een gegeven cirkel bepalen.
- De leerling is in staat om de afstanden tussen lijnen/punten en cirkels te laten berekenen door geogebra.
- De leerling is in staat om de raaklijn aan cirkels door Geogebra algebraïsch te laten berekenen.
- Bewaar je GeoGebra bestanden als 03-cirkels–1.ggb en 03-cirkels–2.ggb etc.
- Bewaar je Word/Pdf bestand met antwoorden als 03-cirkels.doc(x) en/of 03-cirkels.pdf .
Veel succes!
De opdracht begint hier:
Stelling van Thales
We gaan de stelling van Thales nabouwen.
Daar hebben we eerst de diameter voor nodig.
►Teken een cirkel, deze mag willekeurig getekend worden, maar het makkelijkst is één van de opties waarbij je al een middelpunt hebt (de diameter gaat immers door het middelpunt.).
►Als je cirkel c hebt, met middelpunt M, teken dan (als je dit nog niet hebt) een punt A op de cirkel.
►Teken door A en M een lijn f (of halve rechte). Zet nu in het tweede snijpunt van lijn f met de cirkel een B. AB is nu de diameter.
►Bedenk zelf hoe je dit met puntsymmetrie had kunnen doen.
►Teken nu een willekeurig punt C op de cirkel en teken driehoek ABC. Laat Geogebra hoek C berekenen. Zie je de stelling van Thales? Beweeg punt C ook rond op de cirkel.
Omgekeerde stelling van Thales
►Teken een rechthoekige driehoek ABC, waarbij hoek B de rechte hoek is (dit kan met drie lijnstukken, of met de veelhoek functie).
►Probeer nu met de optie “Cirkel door drie punten” een cirkel c door de drie hoekpunten van ABC te tekenen.
►Lukt dit? Zie je Thales?
►Bepaal het midden van AC. Dit moet nu ook het middelpunt van de cirkel zijn.
►Herken je het middelpunt in de formule van cirkel c?
►Kun je het middelpunt van de cirkel construeren met behulp van koordes? (Zie les over CIRKELS IN MEETKUNDE)
►Probeer ABC te “veranderen”. Blijft de cirkel door de drie hoekpunten gaan? Heb je nu de stelling.
Raaklijnen aan cirkels
►Teken een cirkel c1 met een willekeurig middelpunt M1 en een straal van 3.
►Kies een punt A op de cirkel en teken de halfrechte M1A.
►We willen een cirkel c2 tekenen met middelpunt M2 en straal 5 die cirkel c1 raakt in punt A.
►Construeer de plaats van M2 met een hulpcirkel met als middelpunt A
en straal 5. (Zie afbeelding)
►Je kunt nu cirkel c2 tekenen die c1 raakt in punt A.
►Teken nu de raaklijnen van cirkels c1 en c2, je ziet er drie als het goed is!
►Noem het snijpunt van de raaklijn door punt A en één van de raaklijnen aan beide cirkels punt B. Je krijgt afbeelding 2.
►Bereken de afstand AB en vergelijk deze met de afstand die je meet in geoGebra.
Oppervlaktes binnen een cirkel
►Construeer een cirkel met middelpunt M en straal 5. ►Teken in de cirkel de vierhoek ABCD als hiernaast.
- MA=5
- ME=3
- AC=4
- ED⊥AB
Voor het vinden van Punt C en E is een hulpcirkel gebruikt.
►Bereken het verschil tussen het groene en blauwe deel.
(Tip 1: Als je dit met GeoGebra wilt doen kan de “Cirkelsector door drie punten” van pas komen!)
(Tip 2: trek ABCD over met een “Veelhoek”.)